Meten van retour flow van dieselinjectoren

Diesel Retour Flow Sensor RFS400 informatie

Type: Diesel Retour Flow Sensor RFS400
Voeding: 12 V van accu
Signaaltype: Amplitudevariërend
Signaalniveau: -

Werking van de Diesel Retour Flow Sensor RFS400

In een common rail dieselmotor voorziet een hogedruk-brandstofpomp alle injectoren van dieselbrandstof. Wanneer brandstof in een cilinder nodig is, zal het motormanagementsysteem de injector van die cilinder openen om de benodigde hoeveelheid brandstof in de cilinder te injecteren. Voor het openen van de injector wordt een hydraulisch mechanisme gebruikt dat een deel van de beschikbare brandstof als hydraulische vloeistof gebruikt. Deze brandstof stroomt dan terug naar de brandstoftank. Wanneer een injector defect is en niet goed te openen is, wordt minder brandstof gebruikt door het hydraulische mechanisme, wat resulteert in minder retourstroming. Als de injector niet goed sluit, wordt meer brandstof wordt gebruikt door het hydraulisch mechanisme, resulterend in meer retourstroming.

Om de status van de injectoren controleren, kan de retourstroom van de afzonderlijke injectoren worden gemeten en vergeleken worden met de retourstroom van de andere injectoren. Een gebruikelijke methode is retourleidingen loskoppelen en de geretourneerde brandstof in kleine potjes op te vangen, een voor elke injector. Na de motor enige tijd te hebben laten draaien, wordt de hoeveelheid brandstof in de potjes gemeten en vergeleken en kan een defecte injector worden aangewezen. Deze werkwijze heeft enkele nadelen. Het kan niet worden gebruikt in brandstofinjectiesystemen waar retourleidingen onder druk staan. Ten tweede is het ingewikkeld deze test uit te voeren in een rijdende auto, in situaties waarin het probleem zich alleen voordoet tijdens het rijden. En er is de kans op morsen van brandstof, door de open potjes.

De Diesel Retour Flow Sensor RFS400 lost al deze problemen op. Dit instrument meet de retourstroom van de injectoren in een gesloten systeem dat onder druk kan staan​​. De Diesel Retour Flow Sensor RFS400 wordt geplaatst tussen de retourstroomaansluitingen van de injectoren en de brandstoftank, zodat geen brandstof wordt gemorst. Door het gesloten systeem is het ook mogelijk te testen in een rijdende auto. Wanneer het wordt aangesloten op een automotive labscoop wordt de retourstroom in duidelijke grafieken weergegeven, die aangeven hoe de injectoren functioneren.

De volgende meting is uitgevoerd aan de zelfde motor als de servo-hydraulische-injector-meting.

Aansluiten van de Diesel Retour Flow Sensor RFS400 en de labscoop

De Diesel Retour Flow Sensor RFS400 heeft 4 kanalen, waarvan slechts drie worden gebruikt in deze meting. Om de Diesel Retour Flow Sensor RFS400 en de labscoop aan te sluiten, zie figuur 1:

Kanaal Probe Spanning Meetbereik
1 Red probe Diesel Retour Flow Sensor RFS400 kanaal 1 positieve aansluiting 4 V
Black probe Diesel Retour Flow Sensor RFS400 kanaal 1 negatieve aansluiting
2 Yellow probe Diesel Retour Flow Sensor RFS400 kanaal 2 positieve aansluiting 4 V
Black probe Diesel Retour Flow Sensor RFS400 kanaal 2 negatieve aansluiting
3 Green probe Diesel Retour Flow Sensor RFS400 kanaal 3 positieve aansluiting 4 V
Black probe Diesel Retour Flow Sensor RFS400 kanaal 3 negatieve aansluiting
Meetschema
Figuur 1: Meetschema
Meten aan werkende injectoren met de RFS400
Figuur 2: Meten aan werkende injectoren met de RFS400

De labscoop is in recordermodus gezet. In recordermodus wordt een stream-meting uitgevoerd, waarbij de signalen continue live op het scherm worden getoond. Omdat de te meten signalen langzaam variëren, wordt de Automotive Test Scope ATS5004D op een lage meetsnelheid ingesteld.

Meten

In figuur 3 is het signaal te zien van de retour flow van de injectoren van een motor met verhoogd toerental op werktemperatuur. Dit signaal kan worden gedownload en gebruikt om de labscoop op de juiste manier in te stellen of als referentiesignaal.

Download RFS400 diesel retour flow-meting

Labscoopmeting aan retour flow

Figuur 3: Labscoopmeting aan retour flow

In figuur 3 toont kanaal 1 (rood) de retourstroom van injector 1, kanaal 2 (geel) de retourstroom van injector 2 en kanaal 3 (groen) de retourstroom van injector 3. In deze meting wordt de motor gestart en vervolgens wordt gewacht tot het stationair toerental stabiliseert. Vervolgens wordt het motortoerental tweemaal verhoogd om een grotere terugstroom te induceren en tot slot wordt de motor weer gestopt. In deze meting zijn kleine verschillen toegestaan ​tussen de injectorretourstromen, maar grote afwijkingen tussen de individuele signalen kunnen defecte injectoren aangeven.

Diagnose

Signalen kunnen afwijken bij andere typen motormanagementsystemen en injectoren. Raadpleeg ATIS voor informatie over specifieke motormanagementsystemen en injectoren.

Onderstaande afwijkingen van meetwaarden kunnen wijzen op een probleem:

  • Geen signaal:
    Oorzaken: meetpennen geen verbinding (voer connectietest uit), geen voeding naar Diesel Retour Flow Sensor RFS400, incorrecte aansluitingen van retour flow-lijnen
  • Te hoge signaalspanning:
    Oorzaken: mogelijk defecte injector
  • Te lage signaalspanning:
    Oorzaken: mogelijk defecte injector

GERELATEERDE ARTIKELEN

Direct injection servo hydraulic voltage and current measurement
Labscoopmeting aan een servo-hydraulische injector tijdens stationair toerental met een warme motor. Het signaal wordt getoond en kan ook worden gedownload. Verschillende mogelijke afwijkingen van het signaal worden genoemd, waarmee kan worden vastgesteld of de servo-hydraulische injector goed werkt.
Disclaimer

Dit document is onderhevig aan veranderingen en kan zonder voorafgaande mededeling worden aangepast. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend.

De informatie in deze applicatie-note is gecontroleerd en wordt als betrouwbaar beschouwd. TiePie engineering kan echter niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden.

Veiligheidswaarschuwing:

  • Controleer voor het meten dat bronnen van gevaarlijk hoge spanning zijn uitgeschakeld of afgeschermd tegen aanraking. Spanningen boven 30 V AC RMS, 42 V AC piek of 60 V DC worden als gevaarlijk beschouwd.
  • Zorg tijdens het meten voor een schone en overzichtelijke werkplek.
  • Deze metingen en procedures dienen als voorbeeld / meetsuggestie en zijn geen voorgeschreven standaard.
  • TiePie engineering kan niet anticiperen op de benodigde veiligheidsmaatregelen voor de bescherming van personen en apparatuur. Ga alvorens te meten eerst na welke veiligheidsmaatregelen van toepassing zijn.